top of page

Vorig jaar kocht de stad Leuven het panoramische kasteelpark de Bunswyck, een verborgen park langs de Tiensesteenweg op de groene flank van de Predikherenberg. De voorbije maanden voerde de stad verschillende werken uit om het domein veilig toegankelijk te maken. Vanaf vandaag stelt de stad Leuven de poorten open voor het publiek. Zo kan iedereen weer genieten van deze prachtige natuur- en erfgoedparel. Bezoekers kunnen er rond de weide wandelen en onderweg genieten van een magnifiek uitzicht.


Het kasteelpark de Bunswyck is een historisch beschermde site aan de Predikherenberg, een van de getuigenheuvels tussen Leuven en Diest. Het park is opgedeeld in een Groot en een Klein Park. Het Groot Park, dat in 2023 door de stad werd aangekocht, is nu toegankelijk voor iedereen. Het kasteel en het bijhorende Klein Park zijn nog in privébezit. “We zijn blij dat we het park nu open kunnen stellen voor bezoekers. Ik raad aan om zeker eens door de poort aan de Tiensesteenweg te gaan om de prachtige en waardevolle natuur te verkennen. En wie het pad tot bovenaan volgt, heeft een ruim uitzicht over de Molenbeekvallei en de Abdij van Park. Dit is 7,7 hectare genieten van natuur en erfgoed. In totaal hebben we deze legislatuur iets meer dan 41 hectare extra aangelegd of publiek gemaakt voor de Leuvenaar ”, weet schepen van openbaar groen Lalynn Wadera.


Blauw bloed ​ en groen erfgoed

“Deze site heeft een landschappelijke en erfgoedkundige waarde om u tegen te zeggen en werd in 2021 door het Agentschap voor Onroerend erfgoed beschermd,” vertelt schepen van ruimtelijk beleid en onroerend erfgoed Carl Devlies. “Het omvat het neoclassicistische kasteel, nu een congrescentrum, restaurant Zita met de 18e-eeuwse kilometerpaal K29 in de voorgevel, die vroeger een hovenierswoning was, en het parkgebied.” Een bijzonder element is het 18e-eeuwse jachtpaviljoen met uniek panorama, gebouwd voordat het kasteel werd opgericht en later uitgebreid met een pannenbakkerij. Het domein kwam toen in handen van de adellijke familie de Bunswyck, die het gelijknamige kasteel bouwde en begin 20e eeuw het Klein Park aanlegde. In 1937 werd het domein gekocht door de familie Hottat-Hennau, textielbaronnen en eigenaars van het kasteeldomein Hottat in Korbeek-Lo. Om verwarring te voorkomen, noemen we dit park de Bunswyck en niet Hottat, ondanks dat de familie Hottat het kasteel en park aanzienlijk uitbreidde.


Iedereen welkom​

“Het behoud van groen en historisch erfgoed op de getuigenheuvels en het versterken van onze blauwgroene structuren is een belangrijke beleidsprioriteit”, vervolgt schepen Devlies. “Met het oog op bevolkingsgroei en de verdichting van woonkernen willen we dat iedereen van deze schat kan genieten en hebben we het park aangekocht.”

De voorbije maanden verwijderde de stad loshangende takken en enkele exoten, omdat ze niet passen binnen het biodiverse bomenbestand. Ook werden loszittende pannen en stenen van de erfgoedgebouwen weggehaald. “Nu kan iedereen veilig over het centrale pad wandelen”, vult schepen Wadera aan. “En wij gaan verder met het uitwerken van ​ een beheersplan om het domein toegankelijk te maken en tegelijk de waardevolle natuur en het erfgoed op de site verder te beschermen.”


Op zondag 15 september huldigt de stad het park officieel in. Je kan die dag een rondleiding volgen. Hiervoor inschrijven kan vanaf eind augustus via www.leuven.be/bunswyck.


Deze namiddag zakten enkele buurtbewoners af naar de lokalen van de scouts van Vlierbeek om er samen met de stad een buurtbos aan te planten. Het is het vijfde buurtbos dat de stad Leuven aanplant. Veertien hoogstammige bomen en 415 stuks bosgoed en struiken gingen er de grond in. ​ Er werden ook enkele takkenwallen aan de inkom en langs de fietsenstalling geplaatst. Mooi en handig om het snoeihout ter plekke in te verwerken. De eerste twee buurtbossen plantte de stad zelf aan tijdens de coronaperiode. ​ Daarna heeft de stad er telkens een warm en verbindend moment van gemaakt. Want naast een plek voor verkoeling en zuivere lucht, is een buurtbos ook een plek om mensen samen te brengen.


“Het was onze ambitie om zo dicht mogelijk bij de buurten plek te vinden voor vijf buurtbossen. Wat de buurtbossen gemeen hebben, is dat er veel bomen en ander plantgoed op een kleine oppervlakte staan. Tegelijkertijd is geen enkel van de vijf buurtbossen hetzelfde. We zoeken naar manieren om het te integreren in de omgeving”, weet schepen van openbaar groen, Lalynn Wadera. “Een buurtbos aanplanten is de ideale manier om toch voldoende bomen en ander bosgoed tot in de stad te brengen. Dat is nodig, want het groen in de stad zorgt voor extra zuurstof, verkoeling en het geeft rust.”


Meer dan 6.000 extra bomen dankzij de buurtbossen​

De hoeveelheid extra groen die in de buurtbossen geplant wordt is indrukwekkend. Voor het buurtbos aan de Sneppenstraat kocht de stad 14 hoogstammige bomen en 415 stuks bosgoed en struiken aan. ​ “Als we de bomen in de vijf buurtbossen samentellen, dan komen we op 6.511 nieuwe bomen in de stad, waarvan 2.700 al grote exemplaren”, weet schepen Wadera.


Gelijkenissen en verschillen​

De buurtbossen hebben met elkaar gemeen dat er tussen de duizend en de tweeduizend planten op een kleine oppervlakte staan. Die kunnen de eerste jaren ongeremd groeien. Het onderhoud aan het bos is in die periode minimaal. Tegelijk heeft elk buurtbos zijn eigenheid. De eerste buurtbossen, aan de Désirée Mellaertslaan en aan het Lemmekensveld zijn bossen waar alle planten heel compact op elkaar staan. Het buurtbos aan de Centrale Werkplaatsen is relatief groot en uitgespreid over verschillende vlakken. Uniek ook is de bloemenweide daar. Aan de Armand Meyswijk is het vooral de aanplantmethode die vernieuwend is. Daar staan de bomen en planten in clusters, of juister gezegd in ‘kloempen’, aangeplant. Het buurtbos aan de Scoutslokalen in Vlierbeek onderscheidt zich dan weer door de takkenwallen en de wadi, een groene greppel waar regenwater in samenkomt en van waaruit het water geleidelijk in de bodem kan sijpelen.


De stad blijft verder zoeken naar plekken waar het mogelijk is om buurtbossen aan te planten.


Bijgewerkt op: 28 mrt 2024


Vanochtend kwamen leerlingen van de scholen Matadi en Sint-Norbertus naar de Abdij van Park om er te helpen planten. De kinderen werken zo mee aan de verdere ontwikkeling van het natuurpark ‘De Warande’. De stad pakt er de komende weken de site van de voormalige voetbal- en tennisterreinen aan volgens de visie uit een wetenschappelijk bestudeerd en uitgewerkt landschapsbeheerplan van de parkabdij.


We planten hoogstammige en meerstammige bomen. Met verschillende soorten bosgoed planten we gevarieerde struwelen aan. Daarnaast komen er natuurlijke spel- en zitelementen. Wie door het domein loopt, zal drie zones ervaren met voor ieder wat wils. Er zal ruimte zijn om te ravotten, te klauteren, les te geven in en over de natuur en te bezinnen in stilte. En dat alles in een prachtig groene omgeving”, weet schepen van openbaar groen Lalynn Wadera.


Groter plan​

In het verleden waren er hier voetbal- en tennisterreinen. Die brak de stad af en ze zette er een natuurbeheer op. Daarvoor baseerde ze zich op het landschapsbeheerplan dat destijds opgemaakt werd om de biodiversiteit en de erfgoedwaarde van dit natuurdomein in de toekomst te versterken.

De aanplanting is een belangrijke stap in het grotere beheersplan, waar veel aandacht is voor natuurbehoud, rust en stilte alsook de authentieke geest van de abdijsite. De aanleg van de Warande vormt een mooie en nuttige toevoeging voor mens én natuur.


Drie zones

In de nabije toekomst zullen er drie zones zijn in het natuurpark. “Het wordt stiller naarmate je dieper doordringt in het gebied”, zegt Wadera. De eerste zone is een open veld, waar bal- en pleinspelen mogelijk zijn. Aan de randen zullen arboretumbomen groeien en voegen we verschillende zitelementen zoals boombanken en een buitenklasje toe. In het tweede zone komen er natuurlijke speel- en zitelementen, waar kinderen kunnen ravotten, klauteren en verpozen. Wie nog verder gaat, komt in de derde zone de meest stille zone. Daar staat het recent aangebrachte kunstwerk Aedicula, dat dankzij de aanplantingen nu mooi geïntegreerd geraakt in het landschap.


Duizend bomen en bosgoed

In totaal komen er 50 extra bomen en 970 stuks bosgoed. Voor de keuze van de bomen en struiken werkte de stad samen met het Regionaal Landschap Dijleland. “Samen hebben we bewust gekozen voor inheemse, streekeigen beplanting, waarmee we de biodiversiteit in deze prachtige omgeving nog verder proberen te verhogen”, zegt Bart Nevens, voorzitter van Regionaal Landschap Dijleland.

“Daarnaast zochten we ook heel gericht naar enkele ‘speciale’ arboretumbomen die een cultuurhistorische link met de abdij hebben”, vervolgt Tom Dehaene, gedeputeerde van erfgoed van de provincie Vlaams-Brabant. “Zo versterken we naast de biodiversiteit, ook de link naar de rijke geschiedenis van de Abdij.” De dienst erfgoed van de provincie Vlaams-Brabant ondersteunt het project mee financieel.


Buurtscholen helpen mee​

Mee bomen planten in een natuurpark met een historiek, dat is ideaal voor omliggende scholen om uit de klas te komen en actief te leren. Leerlingen van de buurtscholen Sint-Norbertus en Matadi staken mee de handen uit de mouwen.

“We hebben in de klas al geleerd over biodiversiteit en het belang van bomen. En over de abdij. Het is heel fijn dat de leerlingen vandaag hier mee mogen planten en die lessen nu ook kunnen beleven. Tegelijk planten zij hier letterlijk mee voor hun toekomst”, aldus de leerkrachten van de scholen.

© 2023 door Lalynn Wadera.

  • Facebook
  • Instagram
  • LinkedIn - grijze cirkel
  • YouTube
  • Twitter
bottom of page