Wat een weekend. Eindelijk de lente in de lucht. De beste achtergrond om de dag van de arbeid te vieren. Op de agenda van ons socialisten - recht op werk voor iedereen, een gezond en menswaardig bestaan en gelijke onderwijskansen. Daar kom ik graag voor buiten.
het is dinsdagochtend, 2 mei. Wat begon als heerlijk nagenieten van een geslaagde 1 mei, maakte al snel plaats voor een onbehaaglijk gevoel. Op de radio hoorde ik de bevestiging van wat ik steeds vaker hoor in onze Leuvense scholen. Steeds meer ouders kunnen de schoolfacturen van hun kinderen niet meer betalen.
Vandaag komt de noodkreet van gedelegeerd bestuurder van het GO!, Koen Pelleriaux. Hij vertelt over hoe steeds meer scholen in de financiële problemen komen. En hoe ze steeds meer met minder moeten doen. Vooral de scholen met praktijkgerichte afstudeerrichtingen zitten met de handen in het haar. Omdat bijvoorbeeld de prijs van het hout stijgt, kost het steeds meer moeite om de leerlingen die de richting hout volgen, aan boord te houden. Door de stijgende kostprijs van studiemateriaal, kiezen getalenteerde leerlingen voor goedkopere studierichtingen. De kostprijs is te hoog. Of betalen scholen het verschil – zodat ze de stijgende kosten niet moeten doorrekenen aan leerlingen en hun ouders. Zodat ze kwalitatief onderwijs kunnen bieden. Dit is onhoudbaar. Opnieuw hoorde ik een duidelijke vraag voor een maximumfactuur voor het secundair onderwijs. Een wens die ook Vooruit al jaren uitspreekt.
Even geleden kwam die vraag ook van de Vlaamse Jeugdraad en de Vlaamse Scholierenkoepel. Ook bij de jongeren staat de eis voor een maximumfactuur voor het secundair onderwijs in de top 3 van hun prioriteitenbundel. Zij horen steeds vaker jongeren die schrik hebben als hun ouders een schoolfactuur in de mailbox krijgen. Ik verslikte me dan ook in mijn koffie toen ik minister Weyts zijn reactie hoorde. Hij is tegen die maximumfactuur, omdat de overheid - en dus de belastingbetaler -uiteindelijk voor de kosten zal moeten opdraaien.
Wacht. Wat?
De slimste investering die een overheid kan maken is er een in kinderen en jongeren. Door een kwalitatieve kinderopvang te organiseren. Door onderwijs op te zetten waarmee we elk kind de kans geven om zijn talenten te ontplooien. Door de jeugdhulp te versterken. Kinderen zijn de toekomst. Het is onze verantwoordelijkheid als volwassenen en ook als overheid om er voor te zorgen dat ze kunnen uitgroeien tot hun vol potentieel. En dat mag niet afhankelijk zijn van je achtergrond of de portemonnee van je ouders.
De slimste investering die een overheid kan maken is er een in kinderen en jongeren. Door een kwalitatieve kinderopvang te organiseren. Door onderwijs op te zetten waarmee we elk kind de kans geven om zijn talenten te ontplooien. Door de jeugdhulp te versterken.
Dan is het aan het OCMW om dat gat dicht te rijden, dixit de minister. Zucht. Die uitspraak getuigt van weinig realiteitsbesef. Onbetaalde schoolfacturen horen niet enkel bij mensen die een leefloon krijgen. Steeds vaker horen scholen dat leerlingen voor een studierichting kiezen waar er naast boeken geen bijkomende investering nodig is. Want gereedschap, tuingerij en kappersgerief, dat kost veel geld – ook voor tweeverdieners. Buitenlandse reizen en verplichte cultuuruitstappen nog buiten beschouwing.
Mattheuseffect
Aan de inzet en het engagement van de (Leuvense) scholen ligt het in ieder geval niet. Elke dag zie ik hoe zij zich inzetten om de kosten voor leerlingen te verlagen. Door het opzetten van een solidariteitsfonds, door leraren aan te sporen om de studiekost te verlagen, door verhuur of ter beschikking stellen van het lesmateriaal. Maar ook - door schoolfeesten, mosselfeesten te organiseren en door wafels te verkopen. Met de opbrengst rijden scholen het gat toe van die onbetaalde facturen. Ze verdienen daarvoor alle lof. Maar kloppen doet het niet. Tegelijk zien we ook daar een Mattheuseffect – de scholen die de extra inkomsten kunnen gebruiken, hebben net de ouders die hun centen het minst kunnen missen.
Investeren in onderwijs – dat is een kernverantwoordelijkheid van de overheid. Gisteren klonk het nog dat we de praktijkgerichte opleidingen zullen opwaarderen, dat ons onderwijs in onze kenniseconomie de garant voor de toekomst is. Vandaag zien we een minister die de noodkreet uit het onderwijs en van de jongeren naast zich neerlegt.
Dat moet anders. En dat kan het ook. We bewijzen in Leuven dat het mogelijk is. Door extra handen op school te financieren – in de vorm van brugfiguren. Zij helpen leraren met het gesprek over onbetaalbare schoolfacturen, maar ook over de klaswerking of ook over je goed voelen op school. Dat doen we ook door in te zetten op betaalbare gezonde maaltijden op school. En door kwalitatieve voor- en naschoolse kinderopvang waar kinderen de kans krijgen om talenten te ontdekken.
Dat realiseren we door als lokale overheid te investeren in onze kinderen. Want uitgroeien tot je vol potentieel, dat mag niet afhangen van he achtergrond, van de portemonnee van je ouders en zeker niet van de opbrengst van een wafelbak.
Lalynn Wadera
Comments